dinsdag 18 december 2012

Een poging tot een (spiegel) gedicht als antwoord op 'Kier' van Leonard Nolens



Kier
Leonard Nolens

Laat dit niet alles zijn, dit leven stil en donker
Als het maandelijkse bloeden van de vrouwen.
Laat mij van iemand zijn, maar ook niet zo volstrekt
Dat ik verdwijn, in haar, in hem, of weg moet gaan
Omdat geen mens mijn menselijk gewicht kan tillen.
Uit schrik voor mijn gezicht schrijf ik dit op.
Altijd ben ik onderweg. Ik vind geen rust
Bij mij, ben bang als jij mijn trage stap hoort branden
Op de koude tegels in de gang naar jou.
De deur gaat open. En zoenend en stom onderzoeken je lippen
De sombere man die jou zwijgend staat aan te blaffen
Met liefdesgedichten. Geef hem je bed. Laat alle deuren
Op een kier.


Een gedicht

Liefje, dit is alles, dit leven kort en vluchtig 
Als het plotse klaarkomen van de mannen.
Je bent niet van mij en ik ben niet van jou, ook geen klein beetje
Dat weet ik wel, dan ga jij dood en ik met jou.
Voor jouw lijden bestaat geen weerwoord, ook geen tegenwicht
Voor jouw angst, al schrijft die lijnen in je gezicht.
Altijd ga je weer weg. Ik weet wel
Bij jou, ben je bang op een lange dag te ontwaken 
In een hoofd zonder zin, zonder gedicht. 
Maar het is nog nacht. En slapend zoeken mijn lippen jou  
En sombere gedachten raken verward in lakens
En verlangens. Hier is mijn bed. Dan vormen wij zwijgend 
een gedicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten