vrijdag 10 juni 2011

Opdracht

Bezoek een stad waarvan je droomt of droom over een stad die je gaat bezoeken

Ik kreeg de opdracht om, in plaats van over het dagdagelijkse, eens over mijn dromen te schrijven. Meer bepaald moet ik schrijven over mijn gedroomde reis naar Venetië.

Wordt vervolgd.

dinsdag 7 juni 2011

L'enfer, c'est les autres

Lees: Is dit een mens? van Primo Levi en Le misanthrope van Molière (dit laatste heb ik zelf niet gelezen, maar het hoort bij het thema van vandaag)


Sinds ik in een tweedehands kledingwinkel werk, ben ik een beetje een mensenhater geworden. 
Nu ben ik nooit echt voor de massa geweest. Ik herinner me nog levendig hoe een bende diepgelovige christenen me bijna verpletterde bij het zien van de paus. Bemin uw naaste als uzelf? Op festivals of concerten word ik benauwd van de duwende mensen om me heen die steevast boven me uittorenen. Ik vermijd de Meir op zondag en ik houd helemaal niet van de solden.

Ik houd wel van een koffie in een niet te drukke bar. Van een ontbijt alleen. Van het groene uitzicht van op mijn terras. Van wandelen door een verlaten stad. Van aan de Schelde zitten. Van alleen naar de film gaan. Van uren doorbrengen in de Slegte. Van een bezoek aan de Consciencebibliotheek.

Straks is het weer zo ver. Dan begint mijn dag in de winkel. Dan zal ik weer denken: Sartre had gelijk 'L'enfer, c'est les autres'. In de pashokjes zullen de kapstokken zich opstapelen. Er zullen - zoals elke dag - klanten zijn die een spoor van op de grond gevallen kledingstukken  achter zich laten. Er zullen er zijn die hun gepaste kledingstukken - hops - allemaal samen geniepig ergens tussenhangen. 

Nu zou ik hier eigenlijk niet zo kwaad om mogen worden. Het zijn tenslotte mensen en niets menselijks is mij vreemd. Ook ik was zo'n klant die niet altijd de moeite nam om alles netjes terug te hangen waar ik het gevonden had. Ook ik liet wel eens zo'n spoor van gevallen kledingstukken achter. Maar nu niet meer: de verkoper heeft al mijn respect sinds ik het zelf ben.

Er zijn ook klanten voor wie het niet snel genoeg gaat. Of klanten die het niet kunnen laten een opmerking te maken over het feit dat je even vijf minuten zit nadat je net 50 klanten hebt bediend, de winkel hebt opgekuist (die achter jou weer vuil wordt gemaakt door dezelfde klant) en een kledingzak hebt verplaatst die meer weegt dan je zelf weegt. Er zijn klanten die de prijs nog niet laag genoeg vinden en proberen af te dingen omdat er een vlekje op het tweedehands kledingstuk zit. Er zijn klanten die chips etend winkelen. Die hun hond laten loslopen. Klanten met krijsende kinderen of met kinderen met pampers waar een luchtje aan hangt. Of klanten waar zelf een luchtje aan hangt. Klanten die rare dingen te bespreken hebben. Er zijn de ongewenste aanbidders. "Of ik kan helpen met hun jeansmaat?" (vettige grijns). Die voor de spiegel gaan staan met hun benen wijd en een lange leren jas aan. "Dat ze toch wel mooi geschapen zijn." (luid genoeg opdat ik het zeker gehoord zou hebben). Er zijn klanten (mannen voor alle duidelijkheid) die me vragen waar ik woon (bij mijn vriend, haha).

Maar er is ook die Japanese klant die twee prachtige beige plissérokken kocht. Er zijn de omaatjes die in bende komen en voor mij kapstokken verzamelen en een valies vol kopen. Er is de vrouw die altijd in één kleur gekleed komt (lila, hemelsblauw, muntgroen). Er is de vrouw die leren jassen opkoopt om ze voor het tienvoudige op de markt door te verkopen. Oh zo beleefd, maar zo arm. Geen mooie vrouw en toch zo mooi. Er is de vrouw die me haar levensgeschiedenis, levenswijsheid en levensfilosofie vertelt (altijd in het zwart). Er is de zus van mijn vriend die me doet lachen als ze een lastige klant nadoet. Er zijn de kunstenaars, de Duitsers die Vlaams hebben geleerd, de jaren vijftigers, het meisje uit de bar waar ik mijn koffie haal, mijn oude lerares Nederlands die ik zo heb teruggevonden ... 
Dankzij hen ben ik nog geen mensenhater geworden.