dinsdag 17 mei 2011

Communicatie

Lees: Franny van J.D. Salinger en Het Martyrium van Elias Canetti

Stilte. Voelen dat er iets in de lucht hangt. Maar het niet gezegd kunnen krijgen. Dat er iets hangt. Niet kunnen praten met de persoon met wie je moet praten omdat er iets op je lever ligt, terwijl je niets liever zou hebben dan dat er helemaal niet gepraat zou moeten worden omdat hij woordeloos aanvoelt wat jij voelt. Wat hij misschien ook wel doet, maar dat is niet wat je bedoelt. Jij voelt dat je hem ergert. Je laat de appels vallen in de winkel wanneer je een sinaasappel pakt. De hele stapel plastic zakken valt ook als je er één neemt. Je hoort hem inwendig zuchten en je krimpt ineen. Je wou dat het hem deed lachen, maar dat is niet het geval. Je stoot op zijn veto omdat hij geen gerecht met room wil en dan wil je al helemaal niet meer koken, want ook dat doe je niet goed.
Denk je (je denkt nogal veel).

Je voelt je een kind dat tegenover zijn boze vader staat. Zaterdag stond je nog tegenover je vader en toen wou je ook alleen maar behagen. Toen was het ook spaghetti. Nu heb jij de spaghetti betaald die hij gaat maken volgens zijn methode à la hem en je mag niet helpen. Zoals een kind dat gestraft is.
Je ziet hem rustig en handig snijden en je wil wel huilen om je eigen onrust en onhandigheid. Maar vooral om de stilte. Hij had geen zin om te koken en nu kookt hij toch omdat hij vindt dat jij het niet kan of omdat je hem ergert.
Denk je.

Je zou zo graag willen praten, maar jullie zijn niet alleen. Er is die derde met wie je praat in plaats van met hem en via wie je indirect toch met hem probeert te communiceren. Je zou willen huilen, want je weet dat hij het waarschijnlijk ook erg vindt dat hij zich ergert aan jou. Je vreest dat hij zich afvraagt waarom hij nu in hemelsnaam is geëindigd met deze vrouw hier in zijn huis die zijn lief is en er meer wel is dan niet is en voor wie hij nu kookt, maar die helemaal niet de vrouw is van wie hij droomt.
Vrees je.

Je ziet hoe mooi het kleurenpalet is dat hij ondertussen in de keuken heeft gecreëerd. Maar hij is nog altijd niet aan koken toegekomen. Je wil naar hem toegaan, maar toch ook weer niet omdat je vreest dat hij je niet zal vastpakken en dat je je dan alleen maar weer afgewezen zal voelen. Omdat je dat vreest, ben je nu in jezelf gekeerd en negeer je hem zo veel mogelijk. Als je wel kijkt, durf je alleen maar steelse blikken naar hem te werpen. Zoals een kind naar zijn onterecht boze vader - want het kind kan er ook niets aan doen dat het onhandig is.
Je praat met de derde, beseffend dat hij alles hoort en zo indirect met hem communicerend.

Vanmorgen heb je hem de naam van je blog verteld. Vanmorgen heb je ook met hem gepraat.
Je denkt nogal veel en praat nogal weinig.Toch niet met hem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten