maandag 20 augustus 2012

Weltschmerz

Ongeveer twintig jaar geleden, was ik een klein meisje dat onder de schaduw van een lange oprijlaan platanen droomde van een later als ik groot ben in wit zonlicht badend huwelijksfeest op het einde van de weg in de tuinen van het kasteel. Ik had le Grand Meaulnes nog niet gelezen en had de weg naar het kasteel toen nog niet kunnen vergelijken met die uit het boek, maar zoals ik de zon door de bladeren zag schijnen, zo zou de Grand Meaulnes de zon ook hebben zien schijnen.

Het feest in mijn hoofd was zoals ook bij hem een uiting van mijn al vroeg aanwezig Weltschmerz. Een gevoel waar ik dubbel tegenover sta, want het is net die onderhuidse pijn, dat droef gemis en verlangen dat me aan het schrijven zet.

Ik durf niet zeggen dat twintig jaar meer levenservaring me veel wijzer heeft gemaakt. Ik mis mijn onbevangenheid en beetje en de ongeschreven toekomst van alles is nog mogelijk ook.

De voorbije jaren heb ik veel tegen mezelf gezegd dat ik realistischer moest worden, sprookjes zijn niet wat ik als kind dacht dat ze waren (en dat dit niet erg is, leg ik hieronder nog uit).

Nu durf ik ook grif bekennen dat ik als klein meisje ervan droomde om schrijfster te worden... Het geworstel met pen en papier en de teleurstelling omdat het nooit goed genoeg werd of omdat ik mijn hoofdpersonage eigenlijk helemaal niet meer kon uitstaan, heeft me op 23-jarige leeftijd echter gebracht tot het opbergen van pen en papier. De academische machine leek tijdelijk een alternatief, maar stiekem bleef ik ervan dromen om 'De roman' te schrijven. Schrijven heeft deels met talent te maken (en ik vraag me voortdurend af of ik dat wel heb en zeg vaak genoeg tegen mezelf dat ik 'net' niet goed genoeg ben), maar ook met trainen, volhouden, doorzettingsvermogen. Het is een leerproces. En zo is het met alles.

Ook in sprookjes wordt het hoofdpersonage niet alles gegeven. Integendeel: in sprookjes gebeuren vaak heel erge dingen. Ik denk ook niet dat ik zou willen dat mijn leven een sprookje zou zijn (in de betekenis die ik er als kind aan gaf, je weet wel, het in zonlicht badend huwelijksfeest in het kasteel), maar ik hoop wel dat ik de uitdagingen in mijn leven het hoofd kan blijven bieden om te groeien. Dat wil ik immers wel: bijleren en durven zijn. Om het in existentiële termen te zeggen - en onder voorbehoud dat het om mijn interpretatie gaat, want ik durf niet beweren dat ik Sartre begrijp, maar zoals ik hem wil begrijpen: 'l'enfer, c'est les autres'. Het kost me heel veel moeite om mezelf te zijn en er is niet veel nodig om mezelf weer te verliezen. Mijn grootste uitdaging is met andere woorden: mezelf zijn.'Niet beïnvloed' worden, is daarbij geen optie. Wat wel een optie is, is, om het weer Sarteriaans te zeggen: vrij zijn om te kiezen door wie of wat je je wil laten beïnvloeden. Daarbij speelt echter zo veel mee, dat ik nog lang zal bezig zijn met het ontwarren van die knoop. Bovendien - en nu haal ik er oosterse overtuigingen bij - verloopt mijn leven op een soort van karma-achtige cyclische wijze waarbij ooit gedachte overwonnen pijnpunten, onverwacht en des te sterker de kop weer opsteken.

En eigenlijk, eigenlijk heb ik geen enkele reden om ongelukkig te zijn... of zou het mijn menselijke conditie zijn om te kunnen schrijven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten